Warning! Working on a production database in a development environment!

Aan de achterkant van Oefenprogramma Engels

In het oefenprogramma zitten zo’n 900 oefeningen en er worden nog steeds oefeningen aan toegevoegd. Iedere toegevoegde opdracht wordt gemetadateerd. Dat betekent dat aan iedere opdracht informatie wordt toegevoegd, zodat de opdracht beter vindbaar en beter inzetbaar is. De informatie die wordt toegevoegd is:

  • het vak (Engels)
  • het interessegebied
  • het thema van de Stercollectie waar de opdracht bij hoort
  • de vaardigheid (lezen, luisteren of kijken)
  • het cognitieve leerniveau (onthouden, begrijpen, integreren, toepassen)
  • de tijdsinschatting
  • het niveau

Bij de inschatting van het niveau wordt gebruikgemaakt van de volgende tabel:


Een leerling die in klas 2 havo zit en in augustus start met het programma, wordt ingeschaald op niveau 80 en moet in dat jaar minimaal groeien tot niveau 140. Begint een leerling halverwege het schooljaar met het programma, dan wordt die ook
halverwege ingeschaald.

Zelflerend systeem

De inschatting van de benodigde tijd en de inschatting van het niveau voor de opdrachten gebeurt in eerste instantie door de auteur van de opdracht, maar deze metadata worden tijdens het maken van de opdracht automatisch bijgesteld.

Als veel leerlingen een opdracht maken, krijgt het programma steeds beter zicht op de moeilijkheidsgraad van de opdracht en kan het programma steeds specifieker bepalen op welk niveau een opdracht thuishoort.
Hetzelfde geldt voor de tijdsduur. De tijdsduur wordt automatisch aangepast aan de tijdsduur die leerlingen daadwerkelijk met de opdracht bezig zijn.
Zo helpen leerlingen, door veel te oefenen, mee aan het steeds beter maken van het
oefenprogramma.